De ontwikkeling van elk kind verloopt anders. Om aan te sluiten bij die ontwikkeling, geven we op De Morgenster les in units. Dat betekent dat ons onderwijs flexibel is en dat er ruimte is voor onderwijs op maat. We geven ons onderwijs grotendeels vorm vanuit een thema. Dat geeft ons veel ruimte om aan te sluiten bij de interesses en mogelijkheden van de kinderen. We geven het thema zo vorm, dat de kinderen erop een geloofwaardige manier mee kennismaken. We dagen de kinderen uit om te werken op een niveau dat net buiten bereik is van wat ze zelf kunnen. Voor de één is dat verdieping, voor een ander verrijking en voor nog een ander herhaling. Als leerkrachten en onderwijsassistenten werken we binnen een unit nauw samen, zodat alle kinderen steeds een stapje verder komen.
We werken in groepen, zodat kinderen met en van elkaar kunnen leren. Het samen leren stimuleren we door coöperatieve werkvormen te gebruiken. Tegelijk leren we de kinderen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces en zelfstandig te werken. |
Unit A
De jongste kinderen zitten in Unit A. Jonge kinderen tot ongeveer zes/zeven jaar zijn vooral bezig met hun eigen wereld. Ze verkennen hun wereld door te spelen. We sluiten daar in ons onderwijs op aan door een uitdagende speelomgeving te bieden. We kunnen vertellen dat een kurk drijft, maar hoeveel mooier is het om dat zelf te ontdekken bij een watertafel! Elke ochtend begint met een inloop. Daarna zijn er verschillende activiteiten bij een thema. De kinderen maken spelenderwijs op hun eigen niveau kennis met letters, verhalen, boeken, tellen, vergelijken, rekenen, muziek, dans en bewegen. De leerkracht gaat in op de ideeën, gedachten en gevoelens van de kinderen en stimuleert hen zo om te ontwikkelen. |
Unit B en C
Vanaf een jaar of zes richt de ontwikkeling van het kind zich steeds meer naar buiten. Kinderen gaan logischer denken en staan steeds meer open voor het onderzoeken van de wereld buiten zichzelf. Hoe ouder het kind wordt, hoe meer abstract het kan denken. Het onderwijs in Unit B is afgestemd op kinderen van zeven tot tien jaar, in Unit C op kinderen van tien tot twaalf jaar. De dag begint in Unit B en C ook met een inloop. Na de gezamenlijke dagopening werken de kinderen op hun eigen niveau met de lesstof verwerkt in het thema. De lesstof bepalen we aan de hand van de leerlijnen en vaardigheidsdoelen van het SLO. Zo komt alle inhoud aan de orde, zoals de kernvakken rekenen, taal, spelling, lezen en schrijven, maar ook begrijpend lezen, wereldoriëntatie, de cultuurdisciplines (drama, dans, erfgoed, literatuur, beeldend, muziek en audiovisueel), wetenschap en techniek en verkeer. Bij de start van een thema denken de kinderen na over de doelen die ze willen bereiken en hoe ze dat willen doen. De leerkracht is daarbij steeds meer coach en supporter. De kinderen maken alleen of in een kleine groep verschillende opdrachten om hun doelen te halen. Ze leren daarbij onderzoeken en ontwerpen, experimenteren, kritisch en oplossingsgericht denken.
|